Niet op de foto zonder schoenen.

‘Estudiante estudiante estudiante’ roept de kleine Lara terwijl ze naar mij toe rent en in mijn armen klimt. Drie jaar oud is ze en ze woont met haar zes broers en zussen, haar beide ouders in een hutje. Op de stoffige weg van en naar de school rent ze naar mij toe, vanaf de allereerste dag doet ze dit al. Onbevangen als ze is, zijn we meteen de beste vrienden. Haar broers en zussen volgen in haar kielzog en zo word ik iedere ochtend opgehaald. 

Het hutje van de familie staat op het terrein naast de school waar ik Spaans leer. In deze school wordt er lesgegeven door de lokale bewoners. Alle maaltijden worden verzorgd door en bij de Maya families. Slapen doen we in het bijgebouw van de school. Het geheel is omgeven door prachtig groen en de heerlijke houtachtige geur van vuur is overal. 

Superfijn en vreselijk oncomfortabel.

Het eten bij het gezin wat ik toegewezen heb gekregen is superfijn en vreselijk oncomfortabel. Het begint er mee dat de gast aan tafel eet en de kinderen op de grond zitten en niets krijgen op dat moment. Het gevoel om als enige aan tafel te eten en de anderen naar mij kijken is afschuwelijk. Ik voel me ongemakkelijk omdat ik in een situatie ben die niet bekend is voor me. 

Het is ook superfijn omdat ze allemaal even lief en zo vol verwondering zijn. Ik probeer al een paar dagen te bedenken hoe ik haar kan vragen om de kinderen en haarzelf mee te laten eten aan tafel. Zonder haar te beledigen, want het is hier een gebruik dat de gast aan tafel eet. 

Wil ik dat gebruik doorbreken omdat ik mij oncomfortabel voel? 

Is dat wel eerlijk naar haar. Eén gedachte is om boodschappen te doen voor haar. Allerlei mogelijkheden komen voorbij in mijn hoofd. 

Vol bewondering kijk ik naar deze kleine donkere Maya vrouw die zoveel sereniteit uitstraalt. Naast haar ogen heeft ze kleine lachrimpeltjes en in haar mooie traditionele kleding ziet ze er prachtig uit.

In de ochtend is ze er weer met haar vuile snoetje, blote voeten en grote bruine ogen. Lara klimt in mijn armen en wil spelen. In een mini seconde nauwelijks waarneembaar glipt er een gedachte door mijn westers georiënteerde hoofd: ‘spelen, waarmee dan’. Dit gaat meteen gepaard met een paar seconden schaamte. Natuurlijk begrijp ik dat er allerlei opties zijn. Dat ze hier geen speelgoed hebben zoals wij dat kennen, betekent niet dat er geen mogelijkheden zijn. 

‘Si…’, laten we spelen. Heel gelukkig huppelt ze weg en komt een paar tellen later aan met een stuk karton en een aantal steentjes. Het idee is om het stuk karton mee te slepen en zoveel mogelijk steentjes te verzamelen en die mogen niet van het karton rollen. Iedere keer als ze een steentje opraapt glimlacht ze. Deze steen wordt dan zorgvuldig op het stuk karton geplaatst. 

Er komt natuurlijk een moment dat de steentjes er weer af rollen. Heel geduldig stapelt ze ze steeds weer op. Steeds opnieuw vallen ze er weer af, en er komen er nog meer bij. Dan kijkt ze naar me op en zegt: ‘steentjes bouwen en vastmaken’. ‘Dat is een goed idee, hoe gaan we ze vastmaken?’ Ze haalt haar schouders op. Dit dilemma ligt duidelijk bij mij. ‘Kom we gaan naar de school en halen lijm’, zeg ik. Dat begrijpt ze niet. Ik wenk haar dat we gaan lopen, ze geeft me een hand en we gaan op pad. Dan trekt ze aan mijn arm, we moeten terug. ‘Waarom dan?’ Ze blijft staan en gaat niet verder. ‘Ok laat maar weten wat je wilt’, zeg ik. Ze wandelt terug naar het stuk karton met de steentjes. Die moet duidelijk mee. Dit gaat heel lang duren, de paar honderd meter naar de school neemt zeker een uur in beslag. 

Als we in het bezit zijn van lijm, plakken we een voor een de steentjes op het karton. Er vormt zich een waar kunstwerk. Als er een dame, die tortilla meel verkoopt, voorbijkomt blijft ze staan en zegt tegen Lara: ‘wat mooi, heb jij dat gemaakt?’ ‘ja’ zegt ze. ‘Voor jou’ ze wijst naar dame en vervolgens naar de pakjes meel. ‘Goed dan krijg jij meel voor je mama om tortilla’s te maken’.  Heel bijzonder deze kleine uitwisseling, die ervoor zorgt dat er in ene tortilla’s beschikbaar zijn voor het middagmaal van bonen en mais. Intens trots loopt ze met het pakketje meel naar haar moeder. Er is zelfs op deze jonge leeftijd al iets in haar wat begrijpt dat meel belangrijk is. Of misschien maak ik dat ervan en vindt zij het nog steeds een leuk spelletje.

Eerbetoon aan de gast

Zo gaan er een paar dagen voorbij en vandaag heb ik mij voorgenomen om met Maria, de moeder, het gesprek aan te gaan over de eetsituatie. ‘Hola Maria hoe gaat het?’ ‘Goed en ik heb een verrassing voor je, we eten vlees.’ Ze is zo ongelooflijk blij dat ze een goed stuk vlees heeft kunnen vinden binnen haar budget. Het allerbeste wat je je gast kan voorzetten, het is als een eerbetoon. ‘Wauw Maria wat goed en wat fijn dat we dat vanavond kunnen eten’. Ik eet geen vlees maar wat kan ik doen. ‘Nee’ zegt ze ‘niet wij, jij krijgt het omdat je onze speciale gast bent’. Ik voel, ik kan hier niet meer onderuit en vraag haar of we hierover kunnen praten. In mijn beste Spaans, met een enorm groot gevaar dat ik een woord verkeerd zeg of iets zeg wat een heel andere betekenis heeft. 

‘Maria ik loop hier al een paar dagen mee, het voelt voor mij heel vreemd dat de kinderen op de grond zitten en jij ook niet mee eet aan tafel. Is dit gebruikelijk?’ ‘Ja dit is gebruikelijk als er een student is’. ‘Voor mij voelt het heel oncomfortabel ik zou het heel fijn vinden als jullie met mij mee aan tafel zitten.’ Ze kijkt me een beetje verwonderd aan. ‘Je deelt het eten toch al met de kinderen,’ zegt ze. ‘Ja dat is zo en nog steeds voelt het raar. Als we samen zitten kan ik van jullie leren, ik ben hier om Spaans te leren en hoe meer ik het spreek hoe beter het is’. Dit lijkt een goed argument voor haar. ‘Dan kunnen we praten over jou en mijn leven, ik ben heel nieuwsgierig naar jouw leven.’ 

Er ontstaat een twinkel in haar ogen ‘dat wil ik heel graag met je delen’ zegt ze. ‘Dank je wel dat je vlees hebt gehaald voor het eten van vanavond, ik ben erg vereerd dat je dat hebt gedaan.’ ‘Geen dank, ik ben blij dat ik voor je kan zorgen.’ ‘Mag ik jullie eren in jullie goede zorgen door het vlees te verdelen over het eten van de kinderen?’ vraag ik haar schoorvoetend. ‘Je eet geen vlees he?’ vraagt ze met een lach.  ‘Nee liever niet.’ ‘De kinderen zullen er heel blij mee zijn.’ Gelukkig ze is niet beledigd.  Hoe moeilijk ook, ik ben heel blij dat ik met Maria heb gesproken. 

In de weken erna voeren we nog veel gesprekken over het leven. Wat een powervrouw! Ze leert mij hoe je tortilla’s kan maken en deze goed kan bakken op het vuur.

Ze vertelt hoe ze is opgegroeid in een ruig berggebied. Dat haar man een baan heeft bij een koffieplantage en een keer per week thuiskomt. Ze is heel gelukkig dat ze ook voor de school kan werken. Om als Mayavrouw haar eigen inkomen te generen is hier nog best heel bijzonder. Daar is ze de school en de studenten heel dankbaar voor. 

Afscheid en fotomoment

‘Mag ik een foto maken van jou en je gezin?’ vraag ik aan Maria. ‘Ja natuurlijk mag dat.’ Ze verzamelt de kinderen en dan gebeurt er iets opmerkelijks. De oudste zoon wil graag afscheid nemen. Ook met hem heb ik diepgaande gesprekken gehad. Hij huilt en zegt dat hij niet op de foto kan omdat hij geen schoenen heeft. Hij schaamt zich zo dat hij niet op de foto wil zonder schoenen. Op dit moment zijn er geen schoenen beschikbaar voor hem. Alles in mij wil zorgen dat hij schoenen krijgt en dat kan ik ook makkelijk regelen. Door mijn gesprekken met hem en met Maria weet ik dat ik er niet goed aan doe om dat te regelen. Uit respect voor mijn nieuwe vrienden laat ik het. Ik geef ze een dikke knuffel en neem afscheid van ze. 


Eén opmerking over 'Niet op de foto zonder schoenen.'

Geef een reactie